Haagse Borstvoedingsgroep Bijeenkomst 10 April 2019

Van het boek "Ouderschap vanuit je hart" door Lida van Ruijven, 3de druk
Moet moeder de baby laten doorslapen?
(hoofdstuk 10.1)
[..]
Moeder en kind hebben door borstvoeding hetzelfde slaapritme. Telkens als de moeder diep slaapt, slaapt het kindje ook diep. Als moeder licht slaapt, slaapt het kindje ook licht en als de baby wil drinken, zal de moeder dat merken. Denk niet: oh, wat heb ik diep geslapen, zou ik hem wel gehoord hebben? Nee, jullie waren samen diep in slaap. Baby’s weten ook: ’s nachts loopt mama niet weg, dan mag ik steeds bij haar zijn. Baby’s die ‘s nachts drinken, komen overdag niets te kort; ze zijn rustiger. ‘s Nachts maakt de moeder veel melk door de hoge prolactinespiegel.
In de natuur zie je dat moeder en kind voor elkaar zijn bestemd. Prolactine en rust is te zien op de kinderboerderij. Als een moederdier haar kleintjes voedt, wordt zij rustig en gaat erbij liggen. Als de kleintjes klaar zijn, is het hormoon uitgewerkt en gaat het moederdier weer staan.
De biologische beschijkbaarheid van vitaminen en mineralen
(hoofdstuk 11.1)
Immuunfactoren
Immuunfactoren blijven belangrijk. Vroeger dacht men dat alleen colostrum een grote hoeveelheid immuunfactoren zou bevatten en dat deze hoeveelheid gedurende de lactatie afneemt en na zes maanden niet erg belangrijk meer zou zijn. Het tegendeel blijkt waar: de hoeveelheid immunoglobuline neemt na de zesde maand toe als reactie op de dalende melkproductie. En dat is juist de periode dat de kinderen mobieler gaan worden: ze rollen en kruipen over de grond, gaan lopen en steken allerlei vreemde dingen in hun mond. Hiertegen hebben ze veel bescherming nodig en die wordt gegeven door de toegenomen hoeveelheid immuunfactoren in de moedermelk. Moedermelk bevat voldoende stoffen om de aanval van bacteriën, virussen, schimmels en parasieten op het kind met succes te kunnen tegenhouden.
Hoe belangrijk is het nu dat een kind door borstvoeding deze antistoffen binnenkrijgt? Hierover zijn vele onderzoeken gedaan waarbij men vergelijkingen heeft gemaakt tussen kinderen die al dan niet borstvoeding hebben gehad.
Een onderzoek wil ik hier weergeven. Het gaat om een onderzoek in Canada waarbij een groep van zestig kinderen uit de middenklasse gedurende een periode van 24 maanden onderzocht werd. Wat betreft drie veel voorkomende ziekten werden belangrijke verschillen gevonden met betrekking tot de kinderen die borstvoeding en de kinderen die geen borstvoeding kregen.
Luchtweginfecties kwamen meer dan tweemaal zo vaak voor bij kinderen met kunstmatige voeding ten opzichte van kinderen met borstvoeding. Diarree kwam drieënhalf keer zo vaak voor bij kinderen met kunstmatige voeding ten opzichte van kinderen met borstvoeding. En middenoorontsteking kwam zelf meer dan negen keer zo vaak voor bij kinderen met kunstmatige voeding ten opzichte van borstgevoede kinderen.
Moedermelk bevat ook bepaalde vetten die niet in ander voedsel zitten. Deze hebben een goede invloed op de weefselvorming in het lichaam. Dit zie je bij het kind vooral aan zijn gladde, zijdeachtige huidje. Een peuter heeft maar een kleine hoeveelheid moedermelk nodig om dat heerlijke zachte velletje te behouden. Eenmaal per dag borstvoeding is al genoeg.
Borstvoeding kan zelfs het uitbreken van lichte vormen van eczeem tegengaan. De eventuele gevoeligheid van het kind daarvoor komt dan pas naar voren als het kind van de borst af is.
Verdere voordelen van lang voeden (lees verder in het boek)
Zuigbehoefte een aanraking (lees verder in het boek)
Emotionele kant van lang doorvoeden
[...]
Zuigen werkt kalmerend voor de kleine mensjes die zo snel aan het groeien zijn. Dat blijkt wel uit het feit dat de kinderen die geen borstvoeding krijgen, een alternatief zoeken. Dat kan een fles zijn, een knuffel, duim, vingers, haren, de punt van een deken, enzovoort. Kinderen houden vaak lang zo’n behoefte en daaraan zie je hoe hard ze het kalmerende en geruststellende effect van het zuigen nodig hebben. Ze zijn zo jong, zo onvolgroeid, zonder veel ervaring met onze wereld. Ze groeien zo onvoorstelbaar hard en ze krijgen met voor hen vele onbegrijpelijke veranderingen te maken.
Het is gewoon een zegen voor baby’s en kleine kinderen dat ze af en toe tot rust mogen komen in deze periode van fysieke en mentale groei die groter is dan tijdens de puberteit. Ze groeien in een paar jaar tijd van nietig vruchtje in de baarmoeder tot een hele kleuter! Kinderen hebben die gave om door het zuigen gesust en getroost te worden.
Voeden is niet alleen leuk, het is ook erg gemakkelijk. Hoe vaak op een dag komt een kind niet bij zijn moeder omdat het bang is, gevallen is of moe? Om het kind te troosten kun je er even mee lopen, het wiegen of ervoor zingen, maar niets is toch gemakkelijker dan het even de borst te geven. Het is zoiets als een tovermiddel: even aan de borst, klaar is Kees, het kind is weer blij.
Eigenlijk is het voeden van een groter kind veel gemakkelijker. De voedingen zijn vaak veel sneller klaar en het kind zit half liggend in je armen. Alle kussens en eventuele andere attributen gebruik je dan niet meer.
Lees verder: 
- Hoofdstuk 11 De peuter en borst(op)voeding - waarom doorgaan met borstvoeding belangrijk is
- Hoofdstuk 10.2 De toeschietreflex
- Hoofdstuk 6.2 Kinderen die zichzelf in slaap moeten huilen
- Hoofdstuk 5.2 De baby wil niet in de draagdoek
- Hoofdstuk 2.1 Als de heel kleine baby de borst weigert
- Hoofdstuk 7.1 Weigeren van de bosrt; de baby vanaf 10 weken