Haagse Borstvoedingsgroep Bijeenkomst 14 november 2018

Van het boek "Ouderschap vanuit je hart" door Lida van Ruijven
De samenhang van vruchtbaarheid en borstvoeding
Vruchtbaarheid en borstvoeding hebben een samenhang. Maar ook de baby ‘wenst’ niet te snel een broertje of zusje. Een baby is een unieke persoon aan wie we veel persoonlijke aandacht moeten schenken om zijn unieke persoonlijkheid volledig tot bloei te brengen. Kinderen zijn tot anderhalf jaar baby. Bij natuurvolken zie je ook vaak dat er slechts eens in de drie jaar een nieuw kindje komt. Met twee jaar kan het kindje een beetje praten, heeft het veel tanden en kiezen gekregen en gaat het wat
langer bij moeder weg. Het kindje gaat minder vaak drinken waardoor het onderdrukkende hormoon prolactine minder wordt aangemaakt. De vruchtbaarheid kan dan terugkeren.
Bovendien is bij wat langer wachten ook de kans op jaloezie een stuk kleiner. Ik heb veel gezinnen gezien waarin na ongeveer een jaar een tweede kindje werd geboren. De twee kinderen kregen vaak ruzie en hadden jaloerse neigingen, wat wel begrijpelijk is.
Ze hadden onder andere niet genoeg tijd op schoot gehad.
Deskundigen schrijven wel eens dat menstruatie een onnatuurlijke situatie in de vrouw is. Dat is een heel nieuw gezichtspunt want wij denken dat een menstruatie niet moet wegblijven. Dus een vrouw die telkens twee jaar voedt en dan zwanger wordt, zal minder in haar leven menstrueren.
Bij onderzoek is gebleken dat borstvoeding alleen dan de vruchtbaarheid onderdrukt wanneer moeder en kind veel samenzijn en het kindje onbeperkt aan de borst mag en ook ‘s nachts drinkt. Mijn eigen kinderen dronken gemiddeld elke twee uur tot ze drie jaar oud waren, al waren het toen wel korte voedingen.
Zo zien we weer dat nachtelijk drinken heel natuurlijk is. Een fopspeen is dan een verstoorder. Al eerder schreef ik dat nachtvoedingen ook goed zijn voor het kindje. Het kindje doet zijn zenuwgestel groeien door ‘s nachts enkele keren wakker te worden en te willen drinken. Ik heb ondervonden dat zulke kinderen later een ijzersterk zenuwgestel hebben.
Als het kindje ander voedsel krijgt of een fopspeen of wanneer de moeder veel buitenshuis moet werken, dan kan de vruchtbaarheid bij de moeder hier in het Westen onmiddellijk terugkeren. Juist door het kind nog vaak genoeg aan de borst te laten drinken, kan de vruchtbaarheid van de moeder onderdrukt blijven.
Een ander voordeel wanneer menstruatie en bloedverlies niet optreden, is dat de moeder fitter blijft en geen bloedarmoede hoeft op te lopen. Dus is uitstel van menstruatie goed voor de moeder.
Het kan voorkomen dat sommige vrouwen nog steeds geen eisprong hebben bij eenmaal borstvoeding per dag, en soms nog niet tot enige tijd ná de borstvoedingsperiode. Dan pas komt bij hen de vruchtbaarheid terug. Dat kan zijn als het kindje twee of drie jaar oud is.
James W. Wood heeft onderzoek gedaan naar de samenhang tussen borstvoeding, hormoonveranderingen en populatie opbouw bij de vrouwen in Nieuw Guinea.  
Bij de Gainj-stam was het gebruikelijk dat kinderen van nul tot 48 maanden ongeveer elke 25 minuten borstvoeding kregen, geleidelijk oplopend tot elke 80 minuten bij kinderen van drie jaar. Iedere voeding, zowel bij de jonge baby’s als bij de oudere kinderen, duurde daar ongeveer drie minuten. De bloed -monsters van deze moeders toonden een hoog gehalte aan prolactine, het hormoon dat de ei-rijping bij de vrouw tegenhoudt. Bij dit borstvoedingspatroon bleef de vruchtbaarheid
bijna altijd twintig maanden weg. Slechts één voedende moeder werd gedurende deze onderzoeksperiode toch zwanger.
Bij andere onderzoeken in Afrika is gebleken dat nomadenvolken ook bovengenoemde onvruchtbare periodes kennen, onder andere doordat zij eenvoudige en natuurlijke maaltijden eten. Bij de Afrikaanse vrouwen met een westers eetpatroon met veel eiwitten en suiker treedt gedurende de
zoogtijd wel vruchtbaarheid op.
Lees verder:
hoofdstuk 13.1 Uitstellen van een nieuwe zwangerschap
hoofdstuk 13.1 Onderdrukken van vruchtbaarheid 
hoofdstuk 13.1 Hoe merk je dat je vruchtbaar wordt?
hoofdstuk 13.1 Als de ouders vrijen 
hoofdstuk 13.2 Anticonceptie middelen