Haagse Borstvoedingsgroep Bijeenkomst woensdag 01 september 2021 (corona proof)

Van het boek "Ouderschap vanuit je hart" door Lida van Ruijven
2.2 [...] De regeldagen
Baby’s hebben af en toe regeldagen. Dat zijn dagen dat ze hard groeien en veel honger hebben. 
Je kunt dit vergelijken met de zwangerschap. De zwangere vrouw heeft absoluut af en toe hongerdagen: dagen waarop ze voortdurend wil eten. Dit moet de moeder goed in gedachten houden als de baby alsmaar om de borst vraagt. In het begin is het één regel-dag maar later worden het twee of drie regeldagen. 
Er zijn wel dagen die als regeldagen bekend staan: 
-  rond de achtste dag 
-  tussen de twee en drie weken 
-  rond de zes weken 
-  rond de drie maanden 
Rond de vijf maanden en daarna heeft de baby elke twee maanden een regelweek (of groeiweek), dus met zeven, negen, elf maanden, enzovoort. 
Als mijn baby de groeispurt had, had ik echt steun nodig van een andere moeder of van een leidster van de borstvoedingsgroep. Maar als de regeldagen weer voorbij waren, was ik echt trots op mezelf. Daarna was ik helemaal verliefd op mijn mooie baby zoals ik zag dat hij groeide op mijn melk. De haartjes groeiden, de nageltjes groeiden en als ik een traantje zag, realiseerde ik me dat ook dit kwam uit mijn melk. Het hele babylijfje functioneerde op mijn melk.
Eigenlijk is de draagdoek onmisbaar voor de moeder met een borstbaby. Door de regeldagen zou je denken dat je de hele dag met je baby in je armen zit. Toen ik de draagdoek eenmaal bij mijn derde kindje ontdekt had, kon ik voeden en eenvoudig huishoudelijk werk doen, afwassen of eten klaarmaken.          
 Eigenlijk kun je op de regeldagen ook lekker in bed gaan liggen. Laat de baby maar zuigen terwijl de moeder slaapt. Het is dan wel belangrijk om de baby ook de andere borst aan te bieden en zo vaker een wisselborst te geven. 
Sommige moeders kunnen ook op dezelfde zij blijven liggen en doorrollen op de lege borst, om zo de tweede borst aan te bieden. 
11.2 [...] Het gebruik van een tijdklok in de nacht
Het kan voorkomen dat de peuter heel vaak ’s nachts wil drinken en dat de moeder het niet meer aan kan. De volgende tip uit het boek Lekker slapen zonder huilen van Elisabeth Pantley kan dan worden toegepast. Neem een stopcontactlichtje en een tijdklok. De bedoeling is dat je je kindje vertelt dat hij niet kan drinken als het lichtje brandt. ‘Dan slapen de borstjes.’ Als het lichtje uit is, mag je kindje weer drinken. De moeder kan zelf de tijd bepalen, bijvoorbeeld tussen 0.00 en 3.00 uur. Het is wel belangrijk dat je het kindje voorbereidt door er overdag meerdere keer over te vertellen en het geleidelijk in te voeren.
11.2 [...]  De peuter drinkt ’s nachts nog vaak
Eigenlijk is het heel normaal dat een peuter ‘s nachts drinkt. Alle emoties die in dit hoofdstuk beschreven staan, zijn een reden voor het kindje om er ‘s nachts van te dromen en om dan de kalmerende zuigbeweging te maken. De moedermelk zelf bevat kalmerende stoffen om weer in slaap te vallen. Mijn kinderen dronken ’s nachts elke twee of drie uur. In hoofdstuk 6 over slapen kun je alle feiten hierover lezen.
Wie de nachtvoedingen bij de peuter wil afbouwen, zal daar veel moeite en tijd in moeten steken en dit overdag moeten compenseren. Praten helpt wel, zij het soms maar een beetje omdat het emotioneel drinken betreft. Een tip is om ’s avonds met je kind de dag door te praten van achter naar voren. De moeder kan alle feiten en emoties benoemen; dat maakt het verwerken gemakkelijker. 
11.2 [...]  Iets afspreken
Vanaf twee jaar kun je soms tegen een kindje zeggen: ‘Thuis mag je drinken maar bij tante Marilou niet’. Als het heel moeilijk werd ging ik op het toilet voeden of ik ging eerder naar huis. Soms kon ik even apart in een (slaap)kamer zitten om een schone luier aan te doen en om de borst te geven.
Als de moeder vriendinnen heeft die het borstvoeden niet gek vinden, kan zij ontspannen op visite gaan. Het zou normaal moeten zijn omdat iedereen weet dat peuters zuigbehoefte hebben en omdat iedereen dan de fles en een fopspeen geeft. Hopelijk helpt dit boek bij het normaliseren van dit gedrag.
Desalniettemin zul je er rekening mee moeten houden dat je in de situatie kunt komen dat de gastheer of gastvrouw er niet van gediend is dat er, hoe discreet ook, in de kamer wordt gevoed. Dan zul je het anders moeten oplossen, zoals eerder weggaan of je even terugtrekken in een andere ruimte in het huis.
11.2 [...]  Wordt het een moederskindje door borstvoeding?
Soms hebben ouders of de omgeving de angst dat langer doorgaan met borstvoeding van je kind een moederskindje maakt. Maar waarom denken we dat een kind deze behoefte niet uit zichzelf ontgroeit? Waarom zouden kinderen die liefde en begrip van hun moeder krijgen, zelf niet vroeger of later met borstvoeding ophouden? Het is onze ervaring dat ze dat echt wel doen. Sommigen hebben langer behoefte aan deze relatie dan anderen maar ze ontgroeien het allemaal. Het is een natuurlijk proces en het heeft dus ook niets te maken met het ontwikkelen van moederskindjes.
En heel belangrijk: borstvoeding is een behoefte, geen gewoonte.
Als kinderen lang om de borst vragen, is dat soms een teken dat ze overgevoelig zijn. Vaak hebben ze ook een voedlsel allergie, zie hoofdstuk 14 en 15. Juist deze kinderen kunnen de bescherming van moedermelk goed gebruiken. In het boek Mothering Your Nursing Toddler van Norma Jane Bumgarner vertelt de schrijfster dat de dapperste admiraal van de Engelse vloot zeven jaar borstvoeding had gehad, eigenlijk tot de melktanden uitvielen. Het woord melktanden is daar ook van afgeleid.
Een moeder vertelde me dat ze gestopt was met zelf haar peuter te voeden. Daarna veranderde het kind. Tot de schrik van de moeder werd het kind agressiever en huileriger. Het kind kon de verandering niet aan. Gelukkig kon de moeder het opbrengen het kind weer aan de borst te nemen.